Alle fellows zullen in hun 1e jaar minimaal 4 keer en in de rest van hun opleiding minimaal 3 keer per jaar door de lokale opleiders beoordeeld worden op:
(a) de opgebouwde ervaring met de verschillende klinische presentaties
(b) de beheersing (op bekwaamheidsniveau) van de 9 verschillende EPA’s inclusief competentiespecifieke groei (waaronder professioneel gedrag) &
(c) de ontwikkeling van de fellows op de ‘niet-klinische’ kerntaken
De 9 PICU EPA’s die de kernactiviteiten van een kinderintensivist omschrijven en de rode draad vormen van de opleiding zijn:
- Opvang en behandeling van een niet-acuut zieke, stabiele, laag-complexe patiënt
- Opvang en behandeling van een niet-acuut zieke, stabiele hoog-complexe patiënt
- Opvang en behandeling van een acuut probleem bij een voorheen stabiele patiënt
- Opvang en behandeling van een hoog-complexe patiënt met een relatief eenvoudig te behandelen acuut probleem
- Opvang en behandeling van een acuut zieke, instabiele, hoog-complexe patiënt
- Opvang, behandeling en/of transport van een acuut zieke patiënt buiten de PICU
- Communicatie met kind, ouders en andere betrokken zorgverleners
- Uitvoeren van verrichtingen voor een PICU-arts
- Managen van complexe situaties (op de PICU)